Ga naar de inhoud

1. Begin bij het begin: de oudere doelgroep

Maar al te vaak wordt vergeten dat de levensfase waarin iemand zich bevindt, bepaalt hoe deze persoon naar het leven kijkt. Veel beleidsmakers zijn veel jonger dan de doelgroep, dus we geven u graag wat achtergrondinformatie over ouderen. Het is belangrijk om te proberen om in de huid van uw doelgroep te kruipen en te denken zoals zij denkt.

Voor wie gaat u precies in de touwen? ‘Ouderen’, hoor ik u zeggen, ‘dat spreekt voor zich’. Maar dé oudere bestaat niet, dus laten we eens kijken over wie we het hier hebben.

Ouderen hebben een specifieke mindset

Wat is ‘oud’ eigenlijk? Moeilijk te zeggen. Het gaat er namelijk niet om hoe oud iemand is, maar hoe iemand oud is.

Oud is dus geen getal. De ene oudere voelt zich stokoud op zijn achtenzestigste en de ander is nog zo fit als een hoentje op zijn negentigste. Wat oud is, maakt ieder mens voor zich uit. En veel ouderen haken af als ze op hun leeftijd worden aangesproken. Oud? Dat is iemand anders.

Als je jong bent, lijkt zeventig jaar mijlenver weg. Maar als je zeventig bent, is dat leven voorbij gevlogen en heb je een enorme hoeveelheid levenservaring opgedaan.

Persoonsgebonden tijdsbeeld

Vandaag de dag kennen we meerdere oude generaties, die elk een eigen tijdperk vertegenwoordigen, met alle levenservaring en bagage van dien. De naoorlogse generatie heeft een ander wereldbeeld dan de babyboomers, maar we rekenen ze allemaal tot ‘ouderen’.

De tachtig-plussers vormen de zogenaamde stille generatie. Zij hebben de verzuiling en wederopbouw meegemaakt en vormgegeven. Zij denken vanuit het collectief en verwachten dat 'vadertje staat' voor hen zorgt. Ze leven doorgaans voorzichtig en zuinig en zijn over de hele linie volgzaam.

Veel mondiger zijn de zogenaamde babyboomers, die enorme welvaart hebben genoten en vitaler oud worden. Ze lijken geld, tijd en energie in overvloed te hebben, maar deze generatie kent natuurlijk ook ouderen die het minder goed hebben getroffen. Hoe dan ook, deze generatie ouderen (65-80 jaar) heeft doorgaans minder met autoriteit dan hun ouders. Generatie X, waaronder de zestigers van nu vallen,
staan autonoom in het leven. Zij hebben de crisis van de jaren 80 (en die daarna) aan den lijve ondervonden en staan vaak in standje ‘zelf doen’, want niemand anders doet het voor je.

Blijf je er dus van bewust dat ouder worden een uitermate persoonlijk proces is, dat iedere oudere anders ervaart. Na het werkzame leven dienen de wonderjaren zich aan, waarin niets hoeft en alles mag en zich meer levensvragen aandienen. Ouderen zijn vandaag de dag tot op hoge leeftijd druk in de weer. Met eigen dingen, met kleinkinderen, met vrijwilligerswerk, of met lekker niksen en lanterfanten. Zo na het zeventigste levensjaar wordt de fysieke conditie merkbaar minder en dienen levensvragen zich meer en meer aan; heb ik goed geleefd, heb ik iets af te sluiten, hoe ga ik om met een kwetsbare gezondheid, woon ik wel goed?

Brozer

Ouderen vormen dus een veelzijdige doelgroep, bestaande uit mensen van verschillende leeftijden, met ieder een eigen achtergrond, cultuur en levensgeschiedenis. De een is gezonder dan de ander en in deze levensfase kan het leven zomaar ineens volstrekt anders zijn en nooit meer terugkeren naar hoe het was.

Ouder worden betekent ook brozer worden, in meerdere opzichten. Ons lichaam slijt nu eenmaal, en het is de natuur: het leven komt zoals het komt. Hoe iemand in het leven staat heeft alles te maken met controle en onmacht en de kracht die wordt ervaren. Ergens in het midden van die lijn staat een oudere ‘in zijn kracht’ en kan hij zich vrij voelen om zichzelf te zijn, te leven, te bewegen. Een oudere moet zich verhouden tot veel verlies en afscheid: van de rol in het gezin of op het werk, van mobiliteit en gezondheid en van dierbaren. Het gaat allemaal niet meer vanzelf.

Een oudere ziet zichzelf het liefst aan het roer staan, maar voelt zich soms een speelbal van de omstandigheden. Tegelijkertijd is hij eigenzinnig - net als u en ik - en lijkt hij vastbesloten om dát te doen wat hem het beste past.

Niet iedereen is gelijk

Over de hele linie zijn ouderen gezonder dan ooit tevoren, maar vooral laagopgeleide ouderen hebben vaker (en eerder dan hoogopgeleide ouderen) last van een kwetsbaarder gezondheid. Ze bewegen minder, eten ongezonder en hebben meer stress, vaak door schulden, armoede en een slechte woonomgeving. Bij deze ouderen is het van belang om - als u hen wilt laten meedoen of iets wilt vertellen - dicht bij het dagelijks leven te blijven, bij dat wat ze al kennen. Dat geeft een vertrouwd gevoel en biedt een veilige omgeving om iets nieuws te proberen. Hoger opgeleiden kun je verleiden met kennis. Als u vertelt dat de kans op ziekte over 10 jaar vermindert, komen ze al snel in actie.

Blijf dichtbij het dagelijks leven

Stel, u wilt ouderen die weinig bewegen verleiden om mee te doen aan een beweegactiviteit. Dan helpt het om dichtbij huis te blijven en aan te sluiten bij dagelijkse bezigheden. Benoem deze op de een of andere manier in uw tekst. Denk aan wandelen, naar de markt gaan, in de tuin werken, bij iemand op bezoek gaan.

Houd het simpel en koppel er geen extra activiteiten aan. Maak eerst een beginnetje. Bied een ontspannen sfeer en maak het niet te groot, daar knappen veel mensen op af en denken ‘Ze willen weer iets van me, mij niet gezien.’ Bied sfeer, geborgenheid en houd het gemoedelijk. Een grapje op zijn tijd kan ook geen kwaad.

In het geval van migrantenouderen geldt bovendien: maak het in de moedertaal mogelijk, dat biedt veel meer kans van slagen! Houd ook rekening met de gebeds- en rusttijden. Zorg dat er geen (extra) kosten aan verbonden zijn.

Mensen uit de oudste generaties en migrantenouderen hebben soms moeite met lezen en schrijven. Op Steffie vindt u veel tips over eenvoudig taalgebruik.

Afscheid en verlies horen erbij

Ouder worden gaat zoals gezegd gepaard met veel afscheid en verlies: van werk, mobiliteit en dierbaren. Het brengt ook een ‘allenig gevoel’ met zich mee. We komen alleen op de wereld, en we gaan alleen. De landing wordt al vroeg ingezet, zo lijkt het. Vanaf het zestigste levensjaar dringen, hoe positief mensen ook zijn ingesteld, gedachten aan de dood zich meer en meer op. Tegelijkertijd brengt die eindigheid ook veel frisse relativering met zich mee. Ouderen zijn vaak laconiek ( “je moet door hè?”) en proberen er het beste van te maken.

De wereld waarin we leven is razend snel. Veel ouderen hebben het gevoel dat ze niet meer mee kunnen komen. Ze schamen zich daarvoor, in zekere zin, en dat weerhoudt hen er soms van om in actie te komen, ook al weten ze dat dat hen benadeelt. Dat pijnlijke, minderwaardige gevoel, leidt dan tot buitengesloten voelen en niet meer mee (willen) doen. Het vergt moed om te zeggen dat er iets aan de hand is, dat er hulp nodig is, en de oplossing ligt meestal bij de persoon in kwestie. Maar hoe krijgt u die in beweging?

Dus…

Ouderen willen meestal graag meedoen en daar hun best voor doen, maar het leven kan ingewikkeld zijn. Al deze omstandigheden in de oudere levensfases maken dat u uw best moet doen om ouderen te verleiden en te stimuleren op het gebied van bewegen, eenzaamheid, voeding en valpreventie! Wat zijn dan ‘de knoppen’ waaraan u kan draaien? Daar gaan we in de volgende hoofdstukken naar kijken.


Niet alle documenten op deze pagina zijn digitaal toegankelijk. Kom je een document tegen dat niet digitaal toegankelijk is, maar wil je deze wel graag lezen? Neem dan contact met ons op via: info@friesepreventieaanpak.nl.